- draaien
- {{draaien}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [algemeen]tourner2 [telefoonnummer kiezen] composer3 [afspelen] passer4 [op gang houden] faire tourner 〈motor〉⇒ faire marcher♦voorbeelden:1 een film draaien • 〈opnemen〉 tourner un filmhoe men de zaak ook draait • on a beau tourner et retourner le problème dans tous les senseen deur op slot draaien • fermer une porte à clé3 een film draaien • passer un film4 een nachtdienst draaien • faire un service de nuitzij draait die winkel in haar eentje • elle fait marcher ce commerce toute seuleII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [algemeen]tourner (autour de)2 [vertoond worden] passer♦voorbeelden:1 de auto draait de hoek om • la voiture tourne au coin de la rueeen draaiende motor • un moteur qui tourneeen fabriek draaiend houden • faire tourner une usinezit niet zo te draaien! • ne gigote donc pas tant!het begint me te draaien • la tête me tourne〈figuurlijk〉 er omheen draaien • tourner autour du pot〈figuurlijk〉 zich eruit draaien • tirer son épingle du jeumet het hoofd draaien • tourner la tête〈figuurlijk〉 alles draait om hem • tout tourne autour de lui→ {{link=brij}}brij{{/link}}2 die film draait nog steeds • ce film passe encore
Deens-Russisch woordenboek. 2015.